Beeldend kunstenaar Pim Palsgraaf (1979) is een bouwer, gefascineerd door architectuur. Ode aan het Nedlloyd Huis is een driedimensionale constructie onder het plafond van HET PLAFOND. Die is niet, zoals een architect zou doen, tevoren tot het laatste detail ontworpen. Palsgraaf laat zijn bouwsel geleidelijk aan ontstaan, zorgvuldig improviserend. Hij refereert aan het Nedlloyd Huis – het witte kantoorgebouw dat tot voor kort hier stond, aan de overkant van de Gedempte Zalmhaven. Tegelijk bespeelt Palsgraaf met zijn Ode de binnenruimte van HET PLAFOND.

Palsgraaf houdt een pleidooi voor ‘improviseren’, ‘laten woekeren’ als creatieve tactiek: gewoon ergens beginnen, zonder dat van tevoren precies duidelijk is waar je zult uitkomen. Daarmee stelt hij zich haaks op tegenover alle systemen en protocollen van onze samenleving, waarin juist steeds meer vastligt.

Pim Palsgraaf: recht voor je raap

Als je werk van Pim Palsgraaf tegenkomt valt meteen op hoe fysiek en materieel het is –het stuitert je tegemoet. Er is niet alleen veel te zien, maar ook veel te beleven.

Karakteristiek is de installatie Multiscape 19 die sinds kort staat bij Café de Bel in het Oude Noorden. Op een zwarte sokkel, hoog boven je uit, torent een ranke ree uit licht polyester; aan zijn poten een samenklontsel van donkere huisjes dat doorgroeit tot bovenop zijn rug… De confrontatie van een ‘onschuldige’ natuur en de mensgemaakte omgeving van de stad.

Diezelfde directheid gold ook de veel meer abstracte installatie Traces of emptiness die Palsgraaf onlangs presenteerde bij zijn galerie NL=US Art aan de Schilderstraat. Wie daar binnenkwam werd zowel visueel als lijfelijk geconfronteerd met een constructie uit donkere vlakken. Die kwamen uit de wand op je af spetteren. Voor je het wist was je omgeven door coulissen die je naar binnen zogen, een levensgrote kijkdoos in.

De installatie Ode aan het Nedlloyd Huis, die Palsgraaf nu bij HET PLAFOND laat zien, kent diezelfde directheid – we hopen dat ook u dat zo ervaart!

Pim Palsgraaf: improviseren

Pim Palsgraaf (Gouda, 1979), is een Rotterdamse kunstenaar. Na het Grafisch Lyceum volgde hij de Willem de Kooning Academie, die hij in 2003 cum laude afsloot als schilder. … Lees Meer

Voor Low Hanging Fruit voor HET PLAFOND werken Stefan Hoffmann en Céline Berger – privé al lang samen – nu voor het eerst ook als kunstenaars samen: Zwei Seelen in einer Brust & Bien étonnées de se trouver ensemble

Céline, geboren Française, spreekt naast Frans ook Duits en Engels. Die talen wervelen door haar gesprekken met Stefan, van origine Duitser. Híj spreekt bovendien ook nog vloeiend Nederlands: hij woont al jaren in Rotterdam. Céline pendelt tussen Rotterdam en Keulen.

Low Hanging Fruit – in het Engels betekent dat zoiets als ‘voordehandliggend’, met als bijsmaak dat je je ergens makkelijk van afmaakt… Zulk laaghangend fruit doet me meteen denken aan een schilderij van de Duitse schilder Lucas Cranach de Oudere uit 1526. In de Hof van Eden staat Adam naast Eva onder de Boom van Goed en Kwaad; daaruit heeft zij, tegen het uitdrukkelijke Verbod in, zojuist de fatale appel geplukt. Bij Cranach hing die nét laag genoeg… Wat een verleiding!

Plafonds – vroeger

Vroeger waren hoge plafonds teken van welstand. Armeluitjes hadden lage vertrekjes, maar hoe rijker je was, des te hoger je plafond. Je kon je blijkbaar wel wat extra mud kolen veroorloven, want waar warmte omhoog stijgt moest je dus eerst een hele hoop stoken voor het ook beneden aangenaam was… De Modernisten uit het begin van de 20e eeuw haalden de plafonds daarom naar beneden – Le Corbusier zelfs zo ver dat zijn gemiddelde Modulor-mens het met de vingertippen kon aanraken.

Zo is het ook in de appartementen in dit gebouw: die zijn ternauwernood 2,45 meter hoog en daarbij allemaal keurig wit. Behalve dat van HET PLAFOND: dat is liefst 3,55 meter hoog, maar van kaal beton. Dat laatste had overigens destijds, bij de bouw in 1997, nogal wat voeten in de aarde: “Dat vindt u vast niet mooi”, probeerde de aannemer nog… Hij wist niet, dat daar HET PLAFOND ging komen: gelegenheid voor kunstenaars om met bijzondere projecten de specifieke karakteristiek van die ruimte boven je hoofd te herontdekken. Dankzij de grote winkelruit is die hoge ruimte trouwens zelfs met enkel een winters … Lees Meer

Anique Weve en Daan den Houter. Allebei kunstenaar, en al jaren samen, maar ze hebben nog nooit samengewerkt. Nu bij HET PLAFOND doen ze dat voor het eerst.
Twee kunstenaars, met ieder een eigen artistieke approach – hoe komen die met z’n tweeën tot één overtuigend project, dat méér is dan de som der delen?
Daan den Houter, die in zijn hele oeuvre consequent maar kwikzilverig steeds álle aspecten van bestaande artistieke conventies ter discussie stelt, hangt een schilderij uit ijsverf aan het plafond. Die verf smelt langzaam, en druppelt op een portretfoto door Anique Weve, recht daaronder; waar zij al vaker portretten maakte met onherkenbare gezichten, verdwijnt dít portret geleidelijk aan onder die ijsverf, die langzaam en grillig opdroogt. Zo ontstaat op die foto een heel nieuwe compositie.
Twee langzaam verdwijnende beelden, met als resultaat een nieuw beeld. De kunstenaars staan erbij en kijken ernaar. Dat alles duurt even: Time Is On Our Side.

HET PLAFOND nodigt u uit om te komen meekijken. De eerste keer kan dat tijdens de opening op woensdagavond 21 juni 2017, vanaf 20 uur: de langste dag van het jaar. Daarna herhaalt het hele proces zich – steeds met verse begin-beelden, en dus ook steeds een nieuw eindbeeld – op zondag 2 juli vanaf 16 uur en op woensdag 12 juli vanaf 20 uur (finissage). U bent iedere keer van harte welkom!

Anique Weve

Anique Weve (1980; IJsselstein) studeerde aan St. Joost in Breda en aan de Rietveld Academie in Amsterdam. Ze is multimediaal kunstenaar. Ze organiseert performances en interactieve projecten, vaak als reactie op zaken die ze opmerkt in het samenleven van mensen om haar heen; die projecten kunnen allerlei vorm aannemen, variërend van fysieke ruimtelijke ingrepen tot kleine acties – zowel door haarzelf alleen als ook met groepen mensen. Op haar website vind je daar dan documenterende foto’s van terug.

Daarnaast hanteert ze de camera ook als autonoom medium – om er portretten mee te maken: soms van mensen uit haar eigen omgeving, soms ook zelfportretten. Daarbij is ze niet een conventionele portretfotograaf. Ze benadert portretfoto’s als autonoom kunstenaar.

Een rode … Lees Meer

michiel-banner

Hoe groot is HET PLAFOND eigenlijk? Wat máákt die ruimte?
Michiel Jansen tast de ruimte af. Het plafond zelf natuurlijk, en de ruimte daar vlak onder, boven je hoofd; het grote venster aan de Gedempte Zalmhaven, en het kleinere raam naar de straat opzij; de voordeur en het trapje rechts achterin en alle andere elementen, die samen de ruimte maken. De maten daarin zijn uitgangspunt – en hun verhouding tot de maat van mensen, van Jansen als maker zélf. Op basis daarvan bouwt Jansen vier elementen. Structuren uit dunne stroken – vaak 7 rijen – blank populierentriplex die in de ruimte komen te hangen, zich daarin vastgrijpen. De maten en de vormen ervan zijn resultaat van zorgvuldig meten en van kijken – intuïtie; en van de eigenschappen van het materiaal en van de ruimte zelf.
Jansen streeft ernaar, dat ze in hun onderlinge positie tenslotte vanuit het kijkpunt van de toeschouwers buiten op straat een overtuigend geheel gaan vormen. Zódanig, dat die 4 elements meer worden dan losse driedimensionale structuren in de ruimte, maar één ruimtelijke installatie. Kijk zélf!

img_7707

Michiel Jansen: Leipzig 2016 / Oranienbaum 2015

Afgelopen zomer realiseerde Michiel Jansen in een verlaten fabrieksgebouw in Leipzig het werk Balustrade. In een grote lange, maar totaal onttakelde verdieping – troep op de vloer, alle ramen aan scherven, vrij spel voor wind en regen – slingerde zich een zwarte lijn in sierlijke S-curven door de ruimte. Het leek een gigantische tekening in drie dimensies. Bij nader inzien bleek de lijn van hout, en het zwart afbladderende verf. Het was de leuning van een trappenhuis van zes verdiepingen, even verderop. Jansen was er, toen hij voor het eerst die trappen beklom, meteen door gefascineerd: zo’n trappenhuis is één ruimte, maar die kun je nooit in zijn geheel overzien. Enkel die leuning is het verbindend element. Jansen heeft haar voorzichtig, deel voor deel, losgeschroefd van de ijzeren balusters, en haar los van die context in een nieuwe omgeving opgehangen. De leuning was 4.5 meter hoog, en de zaal 3.5 meter – dus kwam die leuning-lijn scheef daarin, tussen de hoek rechtsboven voorin, … Lees Meer