Beeldend kunstenaar Pim Palsgraaf (1979) is een bouwer, gefascineerd door architectuur. Ode aan het Nedlloyd Huis is een driedimensionale constructie onder het plafond van HET PLAFOND. Die is niet, zoals een architect zou doen, tevoren tot het laatste detail ontworpen. Palsgraaf laat zijn bouwsel geleidelijk aan ontstaan, zorgvuldig improviserend. Hij refereert aan het Nedlloyd Huis – het witte kantoorgebouw dat tot voor kort hier stond, aan de overkant van de Gedempte Zalmhaven. Tegelijk bespeelt Palsgraaf met zijn Ode de binnenruimte van HET PLAFOND.

Ode aan het Nedlloyd Huis, 2018 (mixed media; HET PLAFOND)

Palsgraaf houdt een pleidooi voor ‘improviseren’, ‘laten woekeren’ als creatieve tactiek: gewoon ergens beginnen, zonder dat van tevoren precies duidelijk is waar je zult uitkomen. Daarmee stelt hij zich haaks op tegenover alle systemen en protocollen van onze samenleving, waarin juist steeds meer vastligt.

Pim Palsgraaf: recht voor je raap

Als je werk van Pim Palsgraaf tegenkomt valt meteen op hoe fysiek en materieel het is –het stuitert je tegemoet. Er is niet alleen veel te zien, maar ook veel te beleven.

Multiscape 19, 2018 (mixed media; hoek Gerard Scholtenstraat/Benthuizerstraat; foto GV, 181108)

Karakteristiek is de installatie Multiscape 19 die sinds kort staat bij Café de Bel in het Oude Noorden. Op een zwarte sokkel, hoog boven je uit, torent een ranke ree uit licht polyester; aan zijn poten een samenklontsel van donkere huisjes dat doorgroeit tot bovenop zijn rug… De confrontatie van een ‘onschuldige’ natuur en de mensgemaakte omgeving van de stad.

Diezelfde directheid gold ook de veel meer abstracte installatie Traces of emptiness die Palsgraaf onlangs presenteerde bij zijn galerie NL=US Art aan de Schilderstraat. Wie daar binnenkwam werd zowel visueel als lijfelijk geconfronteerd met een constructie uit donkere vlakken. Die kwamen uit de wand op je af spetteren. Voor je het wist was je omgeven door coulissen die je naar binnen zogen, een levensgrote kijkdoos in.

Traces of Emptiness, 2018 (mixed media; 360 x 200 x 220 cm; foto: Pim Palsgraaf)

De installatie Ode aan het Nedlloyd Huis, die Palsgraaf nu bij HET PLAFOND laat zien, kent diezelfde directheid – we hopen dat ook u dat zo ervaart!

Pim Palsgraaf: improviseren

Pim Palsgraaf (Gouda, 1979), is een Rotterdamse kunstenaar. Na het Grafisch Lyceum volgde hij de Willem de Kooning Academie, die hij in 2003 cum laude afsloot als schilder. Hij woont op Katendrecht en heeft een atelier op de Zwederstraat. Ook typisch Rotterdams: ‘niet lullen maar dóen!’ is zijn motto. Palsgraaf stoelt zijn werken niet op geëxpliciteerde theorieën, maar reageert down to earth op zowel z’n omgeving als op onze eigen tijd.

Pim Palsgraaf aan het werk bij HET PLAFOND, 6 november 2018 (foto: Guus Vreeburg)

Die Rotterdamse no nonsens mentaliteit spreekt ook uit het project IPIHAN/If Paradise Is Half As Nice dat Palsgraaf in 2012 startte, samen met studiegenoot Daan Botlek. Het begon als spontane, semi-illegale actie van twee Rotterdamse kunstenaars in Leipzig/Duitsland. Inmiddels is het uitgegroeid tot een gerespecteerd kunstenaarsproject met jaarlijkse edities, en deelnemers uit Rotterdam en Berlijn. Uitgangspunt bleef zoals Palsgraaf en Botlek dat in 2012 uitvonden: in plaats van ieder in hun eigen atelier, werken inmiddels steeds tien kunstenaars een maand samen in een van de vele vervallen industriële gebouwen in het oosten van Duitsland – ruïnes vaak, gestript van alle basale installaties en voorzieningen. De kunstenaars reageren inhoudelijk op de gebouwen en de omgeving daarvan, met materialen die ze daar vinden: allerlei puin en afval. Dan móet je kunnen improviseren!

Lost in Time, 2012

Pim Palsgraaf: van 2D naar 4D

IPIHAN is als rib uit Palsgraaf’s lijf én hem op het lijf geschreven. Achtereenvolgende edities hebben wezenlijk bijgedragen aan zijn ontwikkeling in de afgelopen 15 jaar: van schilder tot bouwer. Van werk in 2D via werk in 2,5D naar 3D sculpturen, en tenslotte ruimtelijke installaties, waarin ook de dimensie ‘tijd’ een rol speelt: 4D.

Op het Grafisch Lyceum leerde hij werken in het platte vlak. Je ontwikkelt een oog voor vlakverdeling, compositie en visuele balans – kwestie van licht en donker, voor- en achtergrond, vorm en maat, richting en kleuren. Met dát oog kwam Palsgraaf naar de academie, waar hij voornamelijk schilderde. In zijn eerste jaar werd hij ook uitgedaagd tot ruimtelijke vormstudies: “man, dat wás wat!”.

Bucaresti 2, 2007 (acryl/canvas; 130 x 130 cm)

Palsgraaf studeerde af met schilderijen. Die spelen zich af binnen de twee dimensies van het canvas; diepte is een kwestie van suggestie binnen de wereld van lak en verf. Langzaamaan introduceerde hij daarin ook concrete materialen: allerlei stukjes hout en flarden karton en papier die hij, in vorm geknipt, op het canvas plakte. Zo ontstonden collages waarin de textuur van het oppervlak belangrijk wordt: micro reliëf, zichtbaar onder het ópvallend licht. De recente installatie bij NL=US Art ging nog weer een stap verder: die had niet alleen hoogte en breedte, maar ook echte diepte, maar bleef au fond een vlak aan de wand: 2,5D macro-reliëf.

 

Multiscape 17, 2010 (taxidermy horse, mixed media; 250x200x325 cm)

Na zijn academietijd startte Palsgraaf de serie Multiscapes: vrijstaande sculpturen in 3D. Aanvankelijk kleinschalig, groeiden die al snel in schaal en maat. Meest spectaculair is Multiscape17 (2010), waarin een levensgroot opgezet paard de hoofdrol speelt. Op zijn rug draagt het een stapeling uit architectonische elementen, deels overwoekerd, tot een hoogte van 325 centimeter. Het ranke ree bij Café De Bel (Multiscape19, 2018) past in deze serie. Typologisch zijn de Multiscapes verwant aan klassieke sokkelsculpturen: je kunt eromheen lopen, ze zijn rondom visueel interessant, maar als kijker blijf je toch steeds ‘buiten’ het object.

Pim Palsgraaf & IPIHAN

Achtereenvolgende edities van IPIHAN, en de afmetingen van de gebouwen waarin die plaatsvinden, daagden Palsgraaf uit tot vervolgstappen. De schilderij-achtige reliëfs en 3D sculpturen uit de eerste IPIHAN’s klampten zich nog vast aan wanden of kolommen, om niet te verzuipen in de ruimte. Nadat hij aan het eind van de tweede editie had geëxperimenteerd met kozijnen en balken, wilde hij “volgend jaar iets groots…”. Tóen ging Palsgraaf de ruimte zélf te lijf: in een atrium bouwde hij een installatie die zich voorbij drie verdiepingsvloeren naar beneden stortte. Een jaar later ontstond een installatie hoog boven je langs de buitenwand van een torenachtig trappenhuis, en die daarvan maten en schaal overnam.
In 2017 stapte Palsgraaf over van gesloten vormen naar een opengewerkt bouwsel, aan het eind van een binnenruimte. Je blik werd naar binnen getrokken, naar het verdwijnpunt van een perspectivische constructie: een levensgrote kijkdoos!

 

IPIHAN#8: Inverted space, 2018 (mixed media; 840 x 650 x 400 cm; foto: Pim Palsgraaf)

Afgelopen zomer, tijdens IPIHAN#8 in Altenburg/BRD, culmineerde die ontwikkeling in een bouwwerk in een enorme, vier meter hoge zaal, onder een hoek van 35 graden ingeklemd tussen vloer en plafond daarvan. Rondom vrijstaand, daagde het uit er omheen te lopen. Niet langer gesloten maar opengewerkt, en ook gedeeltelijk begaanbaar, verraste het met steeds wisselende doorkijkjes met ieder een eigen perspectief – niet langer één enkel verdwijnpunt. In tegenstelling tot de kijkdoos van het jaar daarvoor, vanuit een vast standpunt te overzien, speelde nu óók de factor tijd een belangrijke rol: 4D!

Net als bij alle vorige IPIHAN-projecten werkte Palsgraaf ook nu weer met materialen die hij her en der bij elkaar sprokkelde: veelal afval als ouwe planken, latten en balken, stukken ijzer en metaal, lappen textiel en vellen behangpapier. Die liet hij al improviserend, en steeds kijkend en controlerend, tot een visueel uitdagend geheel groeien. ‘Op het oog’ werken, in plaats van vanaf papier, zoals de architect. ‘Laten woekeren’ als creatieve, formatieve kracht.

Pim Palsgraaf bij HET PLAFOND

Met zijn installatie Ode aan het Nedlloyd Huis reageert Palsgraaf op het recent afgebroken kantoorpand van Nedlloyd (1977-2018), aan de overkant van de Gedempte Zalmhaven. Net voordat het helemaal onttakeld was fotografeerde hij de bouwkundige structuur ervan: een samenspel van ranke kolommen en relatief ragdunne vloeren – uitgevoerd in stevig beton. Alles overeind gehouden door de fors gedimensioneerde schachten van liften en trappenhuizen. Daaromheen hingen metalen gevels: flinterdunne vliezen.

Nedlloyd Huis, augustus 2018 – Ode […], 30 oktober 2018 (collage WB, 181105)
Anderzijds speelt Ode aan het Nedlloyd Huis met de betonnen binnenruimte van HET PLAFOND en het specifieke karakter daarvan. Palsgraaf is eind oktober begonnen met een groot gebaar in de nog lege ruimte. Als eerste schets bouwde hij uit houten latten en platen een rechthoekige structuur, die herinnerde aan het Nedlloyd Huis. Die heeft een dermate maat dat hij daarmee de ruimte meteen al onder spanning zet. Dat effect wordt versterkt doordat dat orthogonale staketsel zich nadrukkelijk niet voegt naar de horizontalen en verticalen van de ruimte zelf: Palsgraaf neemt ten opzichte daarvan een eigen hoek in. Dit eerste ‘groot gebaar’ hing aanvankelijk centraal in de ruimte. Daarmee was Palsgraaf bij nader inzien – letterlijk! nadat hij er nog eens goed naar had gekeken… – toch niet tevreden. Hij schoof daarna het geheel opzij en naar achteren, tegen de zijwand aan en meer de hoek in: BENG!!!

Spannend: op moment van schrijven (begin november) is niet precies duidelijk, hoe Palsgraaf dat eerste grote gebaar verder uitbouwt. Hij laat zich leiden door de ruimte, de materialen, het proces, én door zijn feilloos oog. Daarin verschilt de kunstenaar van de architect. Voor het Nedlloyd Huis had architect Herman Bakker destijds álles, tot het laatste pleehaakje, nauwkeurig uitgetekend en vastgelegd. Zelfs het recente sloopproces blijkt zorgvuldig uitgekiend…

Met zijn weefsel uit latten en triplex – ragdun in feite – gaat Palsgraaf de confrontatie aan met de betonnen doos van HET PLAFOND, én met het oog van ons die naar dit werk kijken. Hij daagt de positie uit waarmee we gewoonlijk de wereld rondom bezien: wat is recht, wat scheef? Wat gebeurt er als zaken waarvan wij gewend zijn dat ze rechtop staan, ineens kantelen? Kantelen we dan ons hoofd mee? En: hoe beïnvloedt dat onze waarneming? Kijkt u mee?

Ode aan het Nedlloyd Huis, 10 november 2018

© Guus Vreeburg/HET PLAFOND; 181100