Maarten Janssen bij HET PLAFOND

Centraal in de installatie a e u i o (y) / Yo, LiCHT én SCHaDuW >>> Hey, SuNLiGHT – SHaDoWS!, die kunstenaar Maarten Janssen bij HET PLAFOND realiseerde, staat een stuk systeemplafond. In plaats van het onder het plafond te hangen, liet hij het binnen leunen tegen de spiegelruit. Hij halveerde de witte vezelplaten van zo’n plafond op vijf verschillende manieren.

Vanaf het trottoir gezien ontstaat zo, ondanks allerlei spiegelingen, een krachtig beeld in wit en zwart. Van binnen naar buiten kijkend zie je hetzelfde beeld, maar dan gespiegeld en nu in zwart en wit. Het licht buiten zorgt binnen voor een intrigerend web van schaduwen.


Maarten Janssen. a e i o u (y), 2021; foto’s: Guus Vreeburg, 20211122

Guus Vreeburg over a e i o u (y) / Yo, LiCHT én SCHaDuW >>> Hey, SuNLiGHT – SHaDoWS!

Centraal in de installatie ‘a e u i o (y)’ die Maarten Janssen bij HET PLAFOND realiseerde staat een stuk systeemplafond. Vorig jaar was dat te zien in galerie De Zaal in Delft, op zijn kant balancerend: autonoom verticaal object in de ruimte. De vierkante witte vezelplaten waren in geometrische vormen half open gesneden.

Je kon er doorheen kijken. Zo kon je zien dat het niet ‘muur’ was, niet ‘wand’, maar flinterdun kamerscherm. De voorkant netjes en glad, zag je vanachter hoe het met tieraps en houtjes in elkaar hing.

Maarten Janssen bij HET PLAFOND

Dat plafond-kamerscherm was directe aanleiding voor de uitnodiging bij HET PLAFOND; hier draait het immers om installaties vlak onder het kaal-betonnen plafond. Je zou Janssen’s systeemplafond dus boven je hoofd verwachten, onder dat beton – dat door de openingen half zichtbaar zou blijven. Maar uiteindelijk liet Maarten Janssen het plafond van HET PLAFOND buiten schot: het moet niet veel gekker worden!

Janssen liet zo’n horizontaal systeemplafond als het ware naar voren vallen; het leunt nu schuin tegen de raamwand. Met behulp van fotokopieën van schaduwvlekken op de vloer draaide hij die een kwartslag, tegen de witte achterwand. De ruimte kantelt, en doet wankelen…

De witte vezelplaten heeft hij half … Lees Meer

 

Herbert Nouwens bij HET PLAFOND

Een doosachtige vorm hangt onder het plafond naar beneden. Het ding deelt de ruimte: ruimte links en rechts, ruimte erachter en ervoor. Het is gemaakt van flarden staal, 150 kilo zwaar: dondert dat niet omlaag? Voorlopig tart het de zwaartekracht. Maker Herbert Nouwens noemde het Ikaros – nogal beladen naam…

Ikaros is het eerste openbare werk van Nouwens in Rotterdam, de sculpturenstad-bij-uitstek. Wij van HET PLAFOND zijn apetrots, Nouwens en zijn werk hier in de stad te verwelkomen.

Herbert Nouwens (1954). Ikaros, 2020; foto: Guus Vreeburg, 20200525

150 kilo staal

We zien een ‘ding’ van schattenderwijs 2-eneenhalve meter hoog, en grofweg een meter in doorsnede. Vrij fors dus voor deze plek, maar mooi passend; ongeveer in het midden, deelt het de ruimte in. Er is ruimte rechts ervan en links, ervóór en erachter – maar díe kun je niet overzien. Het ding staat niet op de vloer – het lijkt te zweven: een halve meter onder het plafond en ‘n halve boven de vloer. Zweven kan natuurlijk niet: het weegt naar schatting 150 kilo. Het hangt aan dikke kettingen, aan een haak in het plafond. Je voelt de zwaartekracht… Het hangt er stil, en monumentaal.

Het ding lijkt doosvormig, maar is bij nader inzien daarvoor niet hoekig genoeg, te rond. Ook weer te kantig om het cylindervormig te noemen. Bodem en bovenkant ontbreken; ook kiert het aan alle kanten. Daardoor kun je zien dat het hol is. Dat geeft lucht.

Het is gemaakt van staal. Niet keurige stroken, maar eerder flarden die van grotere lappen afgescheurd lijken, met onregelmatige randen. Je ziet dat het maar enkele millimeters dun is – oorspronkelijk was het vijf millimeter dik. Die randen zijn wel netjes gezoet, de rafels glad geslepen. Ze glimmen, en steken af tegen de roestige flarden.

Het ding blijkt, als je erom heen loopt, samengelast uit drie van zulke flarden. Twee brede, die aan de achterkant in een overslag langs elkaar schieten, en een smalle aan de voorkant. Daar blijft een vrij brede kier open, onregelmatig van vorm. Daardoorheen kun je in de … Lees Meer

Het project Deuren op het plafond van de Rotterdamse kunstenaar Judith van den Berg voor HET PLAFOND is precies dat. Ze monteerde drie sets deuren en kozijnen, van verschillend formaat, tegen het plafond. Ondersteboven. De deuren staan half open. Toch kun je er niet doorheen lopen – van buiten naar binnen, noch andersom.
Drie soortgelijke deuren, maar dan getekend op de grote winkelruit, en gewoon op de grond, markeren de overgang tussen de publieke ruimte buiten en de ruimte binnen. Maar ook nu kun je niet naar binnen lopen – enkel gluren.

Deuren op het plafond

 Kunstenaar Judith van den Berg laat je kijken naar dingen die zó normaal zijn dat we er geen aandacht meer aan besteden. Zij brengt die in bijzondere situaties, zodat we ze als het ware opnieuw zien en ervaren. Deuren zijn zulke dingen. Heel normaal en alledaags, maar ook heel bijzonder, vindt Judith van den Berg.
Normaal staan deuren op de vloer, voor je neus. Zie bijvoorbeeld de voordeur van HET PLAFOND. Daardoor loop je naar binnen, of ga je naar buiten. Nu zijn er drie extra buitendeuren, in witte lijnen op de winkelruiten van HET PLAFOND. Ze staan uitnodigend half open: je kunt er doorheen kijken, maar verder niet. De middelste deur heeft een min of meer normale hoogte, die links daarvan is korter – kun je daar nog doorheen zonder bukken? – en de rechtse is piepklein – daar past een normaal mens niet door. Afgezien van het maatverschil is het een symmetrische compositie: een drieluik.
Dat motief wordt binnen herhaald, maar nu in deuren en kozijnen van echt hout. In plaats van op de grond, hangen ze nu hoog in de ruimte – in eenzelfde symmetrische opstelling: ook hier weer dat drieluik. Deze drie deuren hangen, anders dan de drie op het vensterglas, niet in één plat vlak. Dat zie je goed als je voor het zijraam in het straatje rechts gaat staan; deze drie deuren zijn in twee vlakken vervat, de middelste deur naar achteren.
Daar opzij blijkt ook het licht heel anders op die kozijnen en deurvlakken te vallen … Lees Meer

Tiwánee van der Horst schildert in drie dimensies met gesmolten, gerecyclede plastics. Geschilderde architectuur noemt ze dat. Opgeleid als architect aan de TU Delft ervoer ze het ontwerpen als heel rigide: in de architectuur is alles star en gestandaardiseerd, en alles ziet er overal hetzelfde uit. Plafonds bijvoorbeeld zijn tegenwoordig hetzij wit gestukt dan wel suffe systeemplafonds. Hoe zou het zijn als je een gebouw – je huis? – zou kunnen schilderen? Bij HET PLAFOND probeert ze een geschilderd plafond te maken.

A Dance in Space

Het project A Dance in Space van Tiwánee van der Horst voor het plafond van HET PLAFOND bestaat uit een aantal afzonderlijke, heftig gekleurde elementen boven je hoofd. Daartussen tekende ze kronkelende lijnen uit transparant wit en kleurloos materiaal. Een en ander is bedoeld als alternatief voor de panelen van down the road systeemplafonds. Tiwánee heeft geprobeerd van het plafond een samenhangende schildering te maken. Geschilderde architectuur.

Ze legt uit dat ze zich voor haar project bij HET PLAFOND heeft laten inspireren door het Duitse Bauhaus, dat op de kop af 100 jaar geleden werd opgericht. Studenten daar leerden niet afzonderlijke schilderijen te maken, of losstaande sculpturen. Integendeel: “Das Endziel aller bildnerischen Tätigkeit ist der Bau!“, zei Walter Gropius, de directeur van die revolutionaire kunstenopleiding. In de architectuur zouden alle afzonderlijke kunsten moeten samensmelten tot een Gesamtkunstwerk.

Een van de Meister aan het Bauhaus was Wassily Kandinsy (1866-1944). “Hij is mijn grote favoriet en voorbeeld”, vertelt Tiwánee. “Ik nam zijn schilderij Komposition VII uit 1913 als uitgangspunt. In zijn schilderkunst laat Kandinsky uiteindelijk alle figuratie los. Net als Kandinsky wil ik proberen of, en hoe ik kleuren zelfstandig naast elkaar zou kunnen gebruiken om er optisch interessante composities mee te maken. Nu eens gebruik ik stevige primaire en complementaire kleuren of mengtinten, met harde omgrenzingen. Dan weer eens experimenteer ik juist met vloeiende gradiëntovergangen. Ik wil proberen daarmee een dynamische compositie te krijgen.”

“Ik ben begonnen om enkele sprekende elementen uit Kandinsky’s Komposition VII, die daar natuurlijk helemaal plat zijn, te vertalen naar 3D objecten. Hebben die elementen … Lees Meer