neonbuizen / spanbanden,

afmetingen variabel

vrijdag 10 oktober: ‘Avond van Merijn’ (intercontinentaal)

 

 

 

Kijken

Strepen en spannende swirls neonlicht: sommige recht, andere sierlijk gekromd; allerlei kleuren: soms fel, dan weer ingetogen. Niet alleen, zoals bij DE RUIT gebruikelijk, parallel aan de glaspui; óók in de ruimte ervóór en daarachter, en boven je hoofd. Levendig, lichtvoetig en speels.

Veel méér opvallend dan de stroomsnoeren zijn de kleurige spanbanden waaraan die neonstrepen daadwerkelijk hangen. Die banden, zorgvuldig geknoopt, zijn niet enkel functioneel, als dragers van dat neon. Het zijn volwaardige beeldelementen, deel van de compositie.

Het immateriële licht, en de stevige spanbanden vormen samen een soort tekening. Meestal teken je op vlakke vellen papier – o wee als dat kreukelt of kromtrekt. Hier bij DE RUIT is een 3D, ruimtelijke tekening ontstaan.

Die spanbanden, en daarmee de neonlijnen, hangen niet zomaar lukraak door elkaar. Er was geen ontwerp, en dat kwam er ook niet. Tijdens het installeren heeft Merijn Haenen goed naar de ruimte gekeken, en daarin – letterlijk en figuurlijk – aanknopingspunten gezocht. Stevige plekken, waaraan die spanbanden zijn verankerd. En punten die het specifieke karakter van de locatie blootleggen, en definiëren.

 

Merijn Haenen

 

 

Merijn Haenen (1989, Beringe) studeerde in 2014 af aan de Willem de Kooning Academie – als grafisch ontwerper. Boeken en ander drukwerk, affiches en advertenties, logo’s en huisstijlen. Soms ook bewegwijzering en beursstands: dan krijg je ook te maken met de derde dimensie.

Tegenwoordig verlopen ontwerpprocessen digitaal – er komt nog nauwelijks handwerk aan te pas. Werken in opdracht, vanuit nauwkeurig geformuleerde uitgangspunten, strak opgestelde budgetten, en binnen strenge deadlines. Moeilijk om uit dat keurslijf te ontsnappen. Merijn is fan van grafisch ontwerper Karel Martens: hem lukte het een herkenbare, eigen stijl te ontwikkelen, collages uit heel divers beeldmateriaal.

Tijdens zijn studie kreeg Merijn het advies stage te lopen bij Florentijn Hofman – van de gigantische ‘Bospoldervos’ langs de Schiedamseweg. Ook na zijn afstuderen bleef Merijn in diens atelier werken.

Zo ontdekte hij naast opdrachtwerk – oa voor kokendwater-kranen: brood-op-de-plank! – langzaamaan ook autonoom te werken, ook in de 3D ruimte. Tegenwoordig noemt Merijn Haenen zich beeldend kunstenaar. Hij ontwikkelt heel gevarieerde projecten, experimenteel en speels. Met je handen dingen maken!

 

Bijvoorbeeld

 

Ik zag werk van Merijn Haenen voor het eerst in 2021, in het Hilton Art Lab aan het Hofplein: ‘Destruction Derby’. Niet die van Nintendo! Merijn kneedde 30 keramieke race-autootjes, en daagde 30 bezoekers uit die zo snel mogelijk drie rondjes over een racetrack te laten rijden. Zelf bleef hij aan de zijlijn. ‘Bezoekers’ werden ‘performancekunstenaars’, schrijft hij. Tijdens die races – analoog! – vielen natuurlijk ook échte brokken; na afloop mochten de bestuurders de gehavende karkassen meenemen – als eigen-gevormd kunstwerk. Speelsheid, lol: alternatieve kijk op wat een ‘kunstwerk’ is, en hoe het kan ontstaan.

Ook met Herman Lamers, kunstenaar, en curator van Het Archief, heeft hij afgelopen jaren samengewerkt. In 2021 nam hij deel aan ‘Neon Non Sense’, “groepsshow met geïmproviseerde neonbeelden”.

 

 

Afgelopen november ‘Balawatsch’: grootschalige, speelse installaties uit gekleurd neonlicht en spanbanden, afgestemd op de grote binnenruimten ter plekke. Ik was meteen verkocht: perfect voor DE RUIT.

Ook hier zijn Grote Gebaren nodig, afgestemd op de maten van de glaspui én de ruimte buiten, en rekening houdend met spiegelingen en reflecties. Strepen gekleurd licht – dat hadden we hier nog niet gehad.

Nú is Merijn Haenen hier. Een ‘site (non) specific neon collage’ – zoals hij het noemt.

 

 

Collage

Collage – letterlijk ‘plaksel’. Afbeeldingen, taal, tekst of klank, geluid, bewegingen, of filmbeeld: uit hun oorspronkelijke context wrikken, je toe-eigenen (‘appropriation’) en samenvoegen tot iets nieuws. Ook inhoudelijk: alles krijgt nieuwe zeggingskracht. Vaak non-logisch. vervreemdend: je wordt uitgedaagd die nieuwe samenhangen zelf te interpreteren, naar nieuwe inhouden of functies te zoeken – los van conventionele. Kunst-makers’ zijn sinds begin 20e eeuw gefascineerd door collage-als-compositiemethode. Je ontworstelen aan conventies. Toen natuurlijk in analoge vorm, tegenwoordig uiteraard ook digitaal.

Marcel Duchamp legde een urinoir plat op een sokkel, en monteerde een fietswiel omgekeerd op een krukje: Dada! Kurt Schwitters knipte foto’s en losse letters uit kranten, en plakte die dwars naast en over elkaar: ‘Unbild’ (1919) – alleen al die titel. ‘Poëzie’: liefde of landschap bezingen, rijm, uitgekiende regels? Schwitters schreeuwde ‘Klanggedichte’: letters en lettercombinaties, zonder ‘betekenis’, enkel ‘klank’. Hij transformeerde een traditioneel woonhuis tot ‘Merz-Bau’: geen kamers, tafels, stoelen en kasten, of bedden meer; vloeren, wanden, en plafonds overwoekerd door non-functionele ruimtelijke vormen – je kon er nauwelijks rondlopen, laat staan slapen, maar wél ervaren wat ‘ruimte’ eigenlijk is.

DJ’s met samples uit bestaande nummers; fashion designers combineren canvas pantalonjurken met zijïge uniformjasjes; cineasten verwerken found footage; choreografen combineren klassieke pirouettes met breakdance, gymnastische bewegingen en Barokke cellomuziek; ‘Mi have een droom’ – Ramsey Nasr mixte woorden uit Rotterdamse street-speak tot taal-van-de-toekomst; rappers doen volop mee, en AI natuurlijk.

 

Inspiratiebronnen

Ook Merijn Haenen omarmt de collage-methode. Heterogene materialen en motieven. Niet star, dogmatisch en voor-de-eeuwigheid – maar beweeglijk, tijdelijk, en speels. Fan van Karel Martens.

Ook noemt hij de absurde, ratelende ‘machines’ van Jean Tinguely en, liever dan de strakke windvanen van George Rickey, de elegante mobiles van Alexander Calder. ‘Charmant’ noemt hij die. Dat woord gebruikt Merijn regelmatig. ‘Charme’: schoonheid, verleidelijkheid, betovering.

 

(foto: Otto Snoek/BKOR)

Tijdens een recent gesprek ter voorbereiding op zijn installatie hier spraken we ook over het Maasbeeld van Auke de Vries. Niet een beeld-op-sokkel, maar bungelend tussen de Nieuwe Willemsbrug en een pijler van de oude. Uiteenlopende vormen: sommige geometrisch – een bol, een doos, een cirkel, een kruis; maar ook getordeerde repen en stangen, en de trekkabels. En dat ‘hangen’, horizontaal: zwaar, zwart metaal boven glanzend rivierwater, golven en getij. Uiterst beweeglijk.

Anderzijds voelt Haenen zich verwant met collega-kunstenaars, leeftijdsgenoten, ook uit andere disciplines, hier in Rotterdam. Sinds kort werkt hij in een atelier-als-werkplaats, in een voormalig kerkgebouw van architect JJP Oud. Materie in plaats van digitalia; toetsenbord en beeldscherm hebben plaatsgemaakt voor handwerk; niet meer ‘in opdracht’ maar zelfstandig en autonoom. Binnenkort vertrekt hij voor een artist residency naar Japan: leegte, verstilling, pure schoonheid; anderzijds bruisende energie en tetterende eigentijdsheid van Japanse steden.

 

Merijn Haenen bij DE RUIT

 

Elegante maar fragiele neonbuizen – leftovers van commerciële neonteksten – tussen strakke spanbanden – uit het vrachtvervoer. Collage. Ze omarmen de leegte die ‘ruimte’ is, én priemen er scherp maar sierlijk doorheen. Eéntje zelfs diagonaal van voor naar achter! Zorgvuldig, en ‘charmant’ – nóg eens dat woord.

De neonsculpturen bij Het Archief slingerden van de ene binnenruimte naar de volgende, van het ene aanknopingspunt naar het andere, langs de wanden en soms vrij in de ruimte. Je kon kijken naar details – de knopen en andere aanhechtingen. Ook kon je ertussendoor lopen, omarmd worden door dat licht, die spanbanden. Het werk bleef wél ‘binnen’, had nauwelijks impact op ‘buiten’.

Heel anders bij DE RUIT. Merijn wilde niet alleen direct achter de glaspui werken, maar ook de ruimte in: binnen, én buiten onder het balkon. Een ‘tekening’ achter glas, maar met tentakels ervoor en erachter – een 3D-gevouwen vel papier, met scheuren en rafels alle kanten op.

 

 

Vanaf het trottoir zie je die kleurige strepen neonlicht en strak spanband vooral ‘tekening-met-diepte’: recht voor je, en boven je aan het balkon. Een spel met de reflecties van het grid van de gebouwen hiertegenover. Oók spannend: ’s avonds en ’s nachts spiegelen die gekleurde strepen binnen en buiten in de glaspui.

Van binnen – als je wilt: aanbellen! – kruipt Merijn’s installatie om je heen, als spinnenweb meteen achter het glas, én boven je hoofd. Je moet omhoogkijken, én eronderdoor lopen.

© Guus Vreeburg/DE RUIT, 20250829