Jo McCambridge
Installation 1995. Poplar wooden panels with pyrography
25 oktober 1997 t/m 31 januari 1998
Jo McCambridge – Australia/Tasmania
Jo McCambridge werd geboren in 1953 in Hobart op het eiland Tasmania (Australia). Opgeleid als operatiekamer-assistent, volgde ze part time een cursus keramiek aan de plaatselijke academie. In 1980 trok ze naar Sydney voor een studie visual arts aan het Sidney College of the Arts; daarna deed ze een postgraduate studie schilderen aan het Sydney Art Institute. Met drie collega’s runde ze twee jaar het kunstenaars-initiatief ‘First Draft’. In 1991 vertrok ze op een reisbeurs naar Antwerpen, om vandaar in 1992 te verhuizen naar Tilburg. Sinds 1994 woont ze in Rotterdam. Daar werkt ze ook: als beeldend kunstenaar en ook weer als part-time OK-assistent in Academisch Ziekenhuis Dijkzigt.
In 1995 exposeerde McCambridge in de Gertrude Street Gallery in Melbourne; een nieuwe show in Melbourne staat gepland voor het voorjaar van 1998. Met de presentatie bij HET PLAFOND toont zij haar werk voor het eerst aan een Nederlands publiek.
Ik heb haar de laatste jaren goed leren kennen. Ze is een bescheiden, maar krachtige persoonlijkheid. Ze kan heerlijk koken, maar volgens haar is alle heerlijks slechts “basic Australian cooking”. Ze is nu al een tijd bezig met een nieuwe studie: ze wil het middenstandsdiploma halen. Ze wil niet financieel afhankelijk zijn van het OK-werk of subsidies en beurzen. Hoewel ze zich het Nederlands eigen heeft gemaakt praat ik graag in het Engels met haar en ik geloof, dat ook zij dat wel prettig vindt. Ze zorgt, als ik weg ben, voor mijn kat.
Jo McCambridge – the art of “acting basic”
Ik sta zo uitvoerig stil bij deze biografische gegevens omdat ze mijns inziens een heel directe sleutel vormen tot begrip van haar manier van werken en van haar werk. Werken gebeurt bij haar tussen de bedrijven van het ziekenhuis door, of wellicht moet ik zeggen dat het ziekenhuis tussen de bedrijven van het èchte werk doorgaat. Zo werkt McCambridge’s kunstenaarschap: niet vernikkelen in ouwe kouwe fabrieksgebouwen, wachtend op subsidies, beurzen of exposities – nee: zèlf de kost verdienen, en ondertussen stug doorwerken. Zonder gezeur of geweeklaag, maar heel down to earth en basic.
De eerste keer dat ze me werk liet zien, een paar jaar geleden in haar toenmalig atelier in een voormalige school, toonde ze me allereerst foto-lijstjes met schelpjesrand, die ze bij de HEMA had gekocht. Ook was er eigen werk: schilderwerk afgewisseld met paneeltjes uitgevoerd in afgebrande lucifers; het waren beelden die qua opbouw deden denken aan Delftsblauwe tegeltjes: een vierkant vlak met een centraal motief en gearticuleerde hoeken. Tenslotte kleine schilderijtjes met een gekleurd, quasi-pointillistisch opgebouwd egaal beeldvlak – “fingerpainting”, legde ze uit. Allemaal bescheiden beelden, ingetogen van kleur en zonder uitzondering op klein formaat: letterlijk handzaam werk. Er was een opvallende voorkeur voor het formele en geometrische, zowel in de opbouw van de beelden afzonderlijk, als ook in hun onderlinge ordening tot grotere ensembles.
Momenteel is McCambridge bezig met een project rond “tea-towels”: oude, versleten theedoeken, die haar moeder opstuurt uit Tasmania, met figuratieve motieven als bloemen, landschappen, stadsgezichten – theedoeken die als souvenir zijn gekocht – en portretten. “In Australia it’s quite a tradition to buy souvenir tea-towels. They’re always very colourfull, my mother uses them till they’re worn down to threads, all the colours have faded. They don’t carry the smell of our house anymore…”. Wat ze er precies mee gaat doen is nog niet heel duidelijk. De keuze voor dit materiaal – in zowel de materiële als ook de inhoudelijke betekenis van het woord – is typerend voor McCambridge’s manier van werken: daarin is de afstand Australia-Nederland een belangrijk gegeven.
Jo McCambridge – Nederland <> Australia/Tasmania
Hoewel McCambridge zich thuisvoelt in Europa, in Nederland, in Rotterdam blijft ook Australia, hoewel ver weg, toch deel van haar leven. De wereld van de tegenvoeters is niet meer zo onvoorstelbaar ver als in de jaren vijftig: toen leken reizigers daarheen voorgoed uit het zicht verdwenen. Australia speelt in leven en werk van McCambridge een blijvende rol, en niet alleen als herinnering. Veel van de schijnbaar abstracte motieven zijn verwerkingen van elementen uit die wereld en haar leven daar. Zo duikt regelmatig het profiel op van Mount Wellington, een berg die haar geboorteplaats Hobart domineert. Toch is de sfeer in dit werk niet een van pure nostalgie. Naast deze Australica zijn er ook voortdurend verwijzingen naar Nederland. Het werk zet motieven uit de wereld daar letterlijk naast die van hier. Inhoudelijk is het daarmee McCambridge op het lijf geschreven: één leven overbrugt twee werelden.
Verwijzingen naar Australia zijn ook te vinden in haar voorliefde voor basale manieren van beeldmaken als het simpele bedrukken van theedoeken – het beeld komt dan niet door en door, het vinger-schilderen, het gebruik van afgebrande lucifers – bij uitstek synoniem voor bedenkelijke kitsch. Deze technieken uit de volkskunst en het hobbyisme zijn haar vanuit haar jeugd in Australia vertrouwd; in dit verband past ook haar fascinatie voor Delftsblauwe tegels en de schelpen-lijstjes. Anders dan bij eerdere momenten in de kunstgeschiedenis waar de high art leentjebuur speelde bij de low art, zoals bij het Duitse Expressionisme van Der Blaue Reiter en bij de Pop Art, worden bij McCambridge alleen de beeldtechnieken zelf geciteerd, maar niet de bijbehorende beeldtaal – die is, zoals gezegd, abstraherend en formeel.
Jo McCambridge – Poplar wooden panels with pyrography
De Installation 1995. Poplar wooden panels with pyrography bij HET PLAFOND bestaat uit 100 paneeltjes van 30 x 30 cm uit populieren triplex. De motieven daarop zijn ingebrand met behulp van een soldeerbout. Basistechniek uit de allereerste handenarbeid-les van vroeger: de gloeiende bout krast over het hout, schroeit het – je ruikt het ook! – en laat sporen na, variërend van heel lichtbruin tot bijna zwartgeblakerd. Een simpele en wat trage techniek, die daardoor vaak tot wat houterig-onbeholpen beeld leidt. Volkskunst dus? Niet bij McCambridge. In haar handen krijgt de soldeerbout de elegantie en subtiliteit van de tekenpen: een zachte hand toverde soepele lijnen te voorschijn, en het blijkt ook mogelijk – dat zal heel wat engelengeduld gekost hebben – met arceringen en cross-hatchings prachtig wollige tonen op te bouwen. Daarmee accorderen deze vuurgeschreven beelden schitterend met de warme tinten en de subtiele nervatuur van het hout dat ze draagt. Van de hitte waarin deze beelden tot stand gekomen zijn gloeit een aangename warmte na.
De vormen blijven, hoe wollig ook getekend, grotendeels plat en twee-dimensionaal. Ze blijven steeds parallel aan het beeldvlak en zijn daarop hetzij centraal geordend dan wel egaal over het hele beeld verspreid. Er zijn binnen de verzameling van 100 panelen in totaal zes beeldmotief-groepen te onderscheiden: 2 panelen vertonen visgraat-structuren, 11 schimmig-bruine zwerm-vormen, 15 rafel-patronen, 15 verzamelingen amoebe-achtigen: hoewel in eerste instantie onherkenbaar blijken ze gebaseerd op luchtfoto’s van respectievelijk jachthavens, kastelen, door water aangevreten slootoevers, en landbouwpercelen als eilandjes omgeven door water. 31 Plattegrond-silhouetten van oude vestingsteden zijn wèl direct als zodanig herkenbaar – ik meen zelfs die van de stad waar ik zelf geboren ben te identificeren. Tenslotte zijn er 25 panelen als verrekijker-beelden: centraal op het vlak een cirkel, waarin een grillig gevormd donker object afsteekt tegen een ongemoeid gelaten, ‘witte’ achtergrond. Voor mij onherkenbaar is dit een voor McCambridge betekenisvol motief: Mount Wellington, en de bergen die zichtbaar zijn vanuit het huis van haar moeder, steeds vanuit een andere hoek bezien.
Landschappelijke motieven uit Nederland en uit Australia zijn samengevoegd tot één nieuw en eigen landschap van de verbeelding. De 100 kleine panelen zijn gerangschikt tot een monumentaal vierkant van ruim 3 x 3 meter. Alle zes beeldmotief-groepen zijn zo gelijkmatig mogelijk gespreid; na enig zoeken is uiteindelijk een helder ordenings-principe speurbaar, waarvan evenwel ook weer is afgeweken. De afzonderlijke beelden smelten samen tot één groot golvend oppervlak. Een houten tegelwand.
Het heeft enige aandrang gekost, Jo McCambridge over te halen haar werk te tonen. Ik ben er reuze trots op dat het nu hier, onder HET PLAFOND, te zien is. Dit is “the art of acting basic”: een beeld dat, hoewel monumentaal en indrukwekkend, niet overrompelt en verdrukt, maar juist ruimte opent voor maker en toeschouwer.
© Guus Vreeburg/HET PLAFOND; 971025
naschrift GV: ik herinner me de presentatie van Jo McCambridge als een van de mooiste ooit bij HET PLAFOND, en zeker de meest ‘warme’; gelijktijdig was de presentatie Names: axial sections of the brain van Toine Horvers te zien (en horen).
Jo McCambridge
1953
geboren in Hobart op het eiland Tasmania/Australia
opleiding als operatiekamer-assistent, plus part time cursus keramiek aan de plaatselijke academie
1980
start studie visual arts aan het Sidney College of the Arts; daarna deed een postgraduate studie schilderen aan het Sydney Art Institute
runt met drie collega’s het kunstenaars-initiatief First Draft
1991
vertrekt met een reisbeurs naar Antwerpen
1992
verhuist vanuit Antwerpen naar Tilburg
1994
verhuist vanuit Tilburg naar Rotterdam; actief als beeldend kunstenaar en als part-time OK-assistent in Academisch Ziekenhuis Dijkzigt
1995
solo exposititie in Gertrude Street Gallery in Melbourne
1998
een nieuwe show in Melbourne
Jo McCambridge woont en werkt in Rotterdam, maar is tegenwoordig niet meer actief als beeldend kunstenaar; in januari 2001 startte zij de Urban Espresso Bar / UEB aan de Botersloot in Rotterdam; www.urbanespressobar.nl