The Alchemist’s Almanac to the Afterlife (2025)
6’; Super8/ 16mm, digitale versie
28 november-8 februari
zaterdag 7 februari: Avond van Francien

The Alchemist’s Almanac to the Afterlife – stilte
Kouwe, grauwe wintermaanden…
Een zomers veldje met wuivende grashalmen, Parallel aan de beeldrand een donkere bosrand. Een bankje. Zo’n tien meter van je af. Vierkant beeld, symmetrie: balans.
Van links loopt een man het beeld binnen; hij gaat op het bankje zitten. Even later, ook van links, een vrouw; zij komt naast hem. Ze lijken wat te praten. Zij geeft hem iets: wat precies zie je niet; de camera zoomt niet in. Je blijft buitenstaander.

Daaroverheen glijden, langzaam, losse beelden, strak omkaderd: bloesemtakken, een schaduwrijk bomenlaantje, off-focus bloemen. Motieven die passen bij dit zonnige tafereel. Onwillekeurig gaan je ogen die volgen: iets van ‘beweging’.
Die inserts voegen zich niet in het perspectief. Ze passeren als over een glasplaat, tussen jou en de mensen op het bankje. Het beeldvierkant blijkt toch landscape format: je oog krijgt ruimte.
De man staat op en loopt naar rechts weg; de vrouw blijft achter. Even een jogger: vaart, vitaliteit. “Dat was niet gepland, opeens was hij er, terwijl ik daar zat.” Ze blijft nog een poos. Nieuwe inserts, rondom: zomerse vergezichten, bloemen, een briesje door de heg. Dan gaat het beeld op zwart – op een enkele bloem na.
Nauwelijks handeling, nauwelijks verhaal; geen beeldwisselingen, geen close-ups. Verstild, bijna een droom.

Francien van Everdingen
Francien van Everdingen (1969; Eethen) studeerde in Groningen en Tilburg: beeldhouwen; daarna de School of the Art Institute of Chicago: cinematografie. Film werd haar medium. Ze noemt zich ‘film-maker’: compacte films, vaak ultrakort.
‘Van Everdingen’; dat klonk, toen we elkaar langgeleden hier in Rotterdam voor het eerst ontmoetten, bekend: mijn geboortehuis was eigendom van haar familie. Meteen een band.
Ook om wíe ze ís. Nederlands Hervormd opgevoed, ging ze in 2012 over tot de Islam. Ze werkt, zegt ze, “tot glorie van God”, een lofzang op de Schepping. Naast haar kunstenaarschap startte ze Stichting Lezeren: Nederlands leren voor volwassen nieuwkomers, veelal Arabischtaligen.
Die cultuur komt terug in haar beeldtaal: figuratief, maar geabstraheerd; zorgvuldig geordende beelden als oosterse tegeltableaus; gestileerd en objectmatig, nauwelijks ‘mensen’; weinig ‘actie’; ingetogen, contemplatief. Films van een ‘film-maker’.

Bloemschikken (1999)
Filmen
Speelfilms. Regisseurs. Kijkers onderdompelen in aansprekende verhalen. Ingenieuze plots: er gebeurt veel. Scenario’s: inhoudelijk, tekstueel tot in detail uitgewerkt; instructies voor de acteurs; meeslepende locaties en geluid. Ook visueel-technisch: lengte van shots, beeldwisselingen, close-ups en pan-shots. Filmen zelf is het ‘uitvoeren’ daarvan. Daarna editing, eindmontage. Enorme budgetten, gigantische crews. Dan naar Pathé’s, en Netflix: miljoenenpubliek.
Documentairemakers werken meer spontaan: het thema in je hoofd, veel onderweg, filmen wat je tegenkomt, en dat achteraf tot verhaal monteren. Festivalpubliek, misschien TV, soms webkanalen.
Voetbalwedstrijden. De centrale camera zwaait mee met de bal – niemand weet hoe die rolt. Volop handeling en actie. Tribune-lawaai, watervallende commentatoren. Dan, onverwacht: mislukte slidings, geblesseerde spelers, gele kaarten, strafschoppen, doelpunten, of ‘buitenspel’: beeld vanuit allerlei hoeken gefilmd, veel close-ups, eindeloos herhaald. Vanuit de Kuip tot in Quanzhou.

Dan kunstenaar Francien van Everdingen: ‘film-maker’. Háár films ogen als bewegende stillevens. The Alchemist’s Almanac to the Afterlife is een goed voorbeeld. Het doet denken aan een van de eerste films ooit.
Trein naar La Ciotat

1896, Auguste en Louis Lumière: Aankomst van een trein op het stationnetje van La Ciotat. Schokkerig beeld, gruizig zwart/wit, onscherp – AI bestond niet. Geen geluid – ‘talkies’ kwamen pas in de 1920’s.
De loodzware ‘kinomatographe’ – die kon, anders dan fotocamera’s, beweging vastleggen – ‘ziet’, vastgepind op een statief, een stoomtrein aankomen, en links het beeld uitdenderen. Een perron, toompluimen, een kruier, gehaast uit- en instappen. En dat denderen.
Verder niets. Geen plot, geen beeldwisselingen; nauwelijks begin, en na 50 seconden abrupt einde.
Bij Francien
Op bezoek: een kleine bovenwoning. Aan de ene kant een weids uitzicht. Aan de andere kant, de ramen afgedekt, het atelier. Pal voor haar bed, naast een droogrekje, een klassieke Bolex 16mm-camera, op statief. Daartegenover een beeldscherm. Een fruitkist-op-z’n-kant, met bovenop kwasten, een paletmes, een doosje wattenstaafjes, wat water, een tube zwarte verf. Tenslotte Franciens laptop: het editingprogramma Final Cut Pro loopt. Bij elkaar nauwelijks 12 vierkante meter.

“Ik begin met een idee: wat wil ik laten zien? En hoe dan? Tijdens het maakproces laat ik me verrassen door m’n materiaal; dan pas ik m’n plan aan. Bijna alchemie: beeld omzetten in iets dat, los van de oorspronkelijke context en betekenis, nieuwe zeggingskracht krijgt.”
Ze doet bijna alles zélf. Veel handwerk. Vaak onconventionele ingrepen: bekrassen van filmmateriaal levert ‘witte’ vlekken op; stroken film over elkaar leggen en dan opnieuw filmen; spelen met ‘positief’ en negatief’ beeld: zwart wordt wit, en andersom; analoog beeld digitaliseren en het zó bewerken, en het dan weer filmen.
En dan die kwasten en wattenstaafjes, de zwarte verf. Francien was bezig beeldmateriaal vanuit Final Cut Pro op haar grote scherm beeldje-voor-beeldje te beschilderen: gedeeltelijk afdekken of weer schoonvegen – om ze daarna een-voor-een te filmen met de Bolex.
“Het eindresultaat oogt misschien wat rafelig, soms is de verf niet dekkend of juist te vet aangezet, is het beeldscherm niet helemaal schoon, of staat ondanks het statief het ene beeldje nét niet pal boven het vorige… Dat geeft niet: het moet niet te slick en gladjes worden, imperfecties zijn spannend; voor aftitelingen niet nette letterfonts, maar m’n eigen handschrift.”
Eerder, nu, en binnenkort
Mei 2024, KINO: Francien presenteerde ouder werk.

Bijvoorbeeld Vacas (1998). De zaal donker, het scherm pikzwart. Daaroverheen zwemmen amorfe, abstracte vlekken wit. Van onder naar boven enkele streken groen. Stilte. M’n ogen wennen aan het donker: de contour van het filmbeeld doemt op. Die ongrijpbare vlekken wit… ineens zie ik: zwartbonte koeien, vacas. Alles blijft plat en vlak, geen vorm-en-restvorm, geen achter-en-voor. Geen geloei of ander geluid. Drie minuten.

Kitchen Piece (1997): …, een groene kool, een soeplepel, een tomaat, een makreel, een theelepeltje, een speculaasje, een chilipeper, een…. Ze glijden, in stilte, voorbij, tegen een zwarte achtergrond, allemaal even groot, beeldvullend.
Alles een-voor-een gefilmd; daarna digitaal bewerkt, gestileerd, ‘plat’ gemaakt. Uitgekiende volgorde: na de kool, statisch, de schuimspaan, bungelend; na de ene kleur een contrasterende, of juist iets zonder kleur. Ritmiek: sommige beelden glijden snel voorbij, andere juist kalm. Het enige geluid: geratel van een analoge projector.
Een simpele kool wordt De Kool, een tomaat De Tomaat.
Earth of Delightfull Gardening (2009): collage van felgekleurde bloemen, sommige in close-up; autonoom, geen herkenbaar verband of verhaal. Negen minuten.
Een stuk of 15 soortgelijke films. Steeds objecten, dingen dichtbij huis. Stilte geeft ze iets magisch.

Tenslotte 6’01”. Een strand. Geluid, de wind! In de verte mensen. Vooraan: een vrouw laat kleurtekeningen zien – en verscheurt ze, een-voor-een.

Oktober 2025, LantarenVenster: weer een viewing, meer recent werk – na een paar jaar geen films maken. Veldwerk. In 2015 begonnen, pas recent afgemaakt. Een collage, 3 minuten, van landschappen. Francien’s voeten op de grond, dichtbij – en vergezichten. Weer inserts – die blokkeren de horizonnen.
Zelfportret? Metafoor van film-maker-zijn: bescheiden thematiek, dicht-bij-huis – omgezet in suggestief, betekenisrijk beeld.
Een nieuw project, werktitel Walkabout. Vanuit haar raam filmt ze voorbijgangers aan de overkant: wandelaars, kuieraars, en joggers, kinderwagens en rollators, pubers ‘in’ hun mobiel, een haveloze thuisloze, iemand op een bankje… Francien ziet wel wat ervan wordt.
Afterlife
The Alchemist’s Almanac to the Afterlife – verstild, sereen: Francien, en haar doodzieke broer – op 19 maart is hij overleden.
Richard Strauss verklankt het mooi in het laatste van zijn Vier letzte Lieder (1948) – het laatste couplet:
“O weidse, stille Vrede!
Zo diep in Avondrood,
Zijn wij zo moe van dwalen –
Is dit… wellicht… de Dood?”


Veldwerk (2015/2025)