de presentatie van Carine is verlengd tot zondag 24 augustus

kleurfolie op plexiglas, c. 250 x 350 cm

14 juni 22 augustus: Avond van Carine

met muziek van Nikos Charalambous

 

Carine Hooykaas – Compositie 761: kijken

Kleuren! Niets méér – geen mensen, geen huizen, geen landschap… Óók niets minder: heel veel kleuren – naast elkaar.

 

 

Niet eens zoveel verschillende tinten. Wél een paar honderd kleurige vlakjes plakfolie, op 36 stroken perspex.

Die hangen achter het raam, aan dunne nylondraadjes. Bij het minste zuchtje – de voordeur – of vlaagjes warmte – de zon – wiegelen ze zachtjes, en draaien om hun as. Bij zonlicht uitbundige schittering; ’s avonds subtiel glanzen.

 

 

Perspex is transparant, plakfolie translucent: je kijkt er zó doorheen. Het licht van zon en straatlantarens ook. Zo ontstaan subtiele kleurlijnen op de grijze vloer binnen. Die deinen mee met het perspex, én schuiven langzaam mee met de zon.

 

 

Je moet daarvoor wél met je neus op het glas. Anders zie je alleen perspex en plakfolie. Als je je ogen ietsje anders focust: je eigen spiegelbeeld en de grids van de gevels hiertegenover. Dat is meteen de enige ‘diepte’ in wat je ziet: er is geen hoofdvorm en restvorm, geen voorgrond en achtergrond. Alleen die kleuren.

 

 

Compositie 761 is speciaal voor DE RUIT gemaakt – vandaar ‘761’. En ‘compositie’: letterlijk ‘bij elkaar gezet’ – subtiel ritme van kleuren. Sommige lichter dan andere, koele en warmere tinten, langer of korter, hoger of lager, smal of breder, luider of zachter – bijna een partituur.

Carine Hooykaas: beeldend kunstenaar

 

 

Carine Hooykaas (1972, Rotterdam) studeerde aan de Willem de Kooning Academie. Ze begon met Grafiek. Docent Wout Berger adviseerde ook Fotografie te gaan ‘doen’; Wim Gijzen bracht haar naar de afdeling Schilderen. “Waardevol”, zegt Carine nu, “ik wrikte aan de schuttingen tussen wat toen aparte studierichtingen waren. Ik zocht juist veelzijdigheid.” Ook 3D ruimte boeit haar – van thuis meegekregen: vader Frans is architect.

Dat multidisciplinaire zie je terug in haar werk. Haar favoriete grafische techniek is aquatint. Anders dan het gedetailleerd-figuratieve van bijvoorbeeld etsen of gravures staat ‘kleur’ centraal – grote vlakken. Die combineert ze met fotografisch beeld: portretten, stadsgezichten, landschappen, ondergedompeld in abstrakte kleurvlakken. “Kleur is echt mijn ding!” Ook ‘schildert’ ze, vaak grootschalig en monumentaal, en niet met verf, maar met kleurfolie, op platen glas of stroken transparant perspex.

 

 

Carine Hooykaas: docent

Carine Hooykaas is ook docent. “Vlak na m’n afstuderen wist ik niet wat ik nu moest: wilde ik wel verder als kunstenaar? Wat-de-piep…! Daarom deed ik op de WdKA ook nog de docentopleiding van Geert Hagen – gewéldige docent! Ik begon bij DE VAK in Delft, ‘Centrum voor de kunsten’, schilderlessen te geven; ik doe dat nog steeds. Ook op andere plekken. Natuurlijk, lesgeven zorgt voor geregeld inkomen. Veel belangrijker vind ik de omgang met cursisten; hun onbevangenheid en nieuwsgierigheid, de vrijheid die ze durven nemen, los van artistieke conventies – héél inspirerend, ook voor m’n eigen kunstenaar-zijn!”

Carine Hooykaas: kleur

 

 

Haar vormen en kleuren zijn niet figuratief/realistisch, zoals bij Hollandse Meesters: bomen met groen gebladerte en rode appels. Ook niet, zoals bij Vincent van Gogh, figuratief/expressionistisch: zinderend rode bomen met heftige paarse appels.
De kleuren van Carine Hooykaas imiteren niets, geven geen uitdrukking aan gevoelens of emoties. Voor haar is ‘kleur’ een autonoom visueel fenomeen. Natuurlijk: de ene kleur is de andere niet. Ze hebben een eigen uitstraling: roze met geel werkt heel anders dan groen met geel.

Doordat Carine folie gebruikt zie je geen grootse schildersgebaren of fijnzinnige penseelvoering. Kleuren zijn vlak en egaal, met messcherpe contouren: beeldbepalende elementen. Nu eens onregelmatig en veelvormig, soms golvend en soepel – maar meestal rechtlijnig en hoekig. Je ziet bijna de vlijmscherpe mesjes en grote scharen waarmee ze het kleurfolie in vorm snijdt en knipt.

Kleurfolie komt in diverse kleuren en tinten – maar de kleurenwaaiers zijn minder uitgebreid dan die van verf. Carine’s kleurenpalet is dus enerzijds begrensd, maar daardoor overzichtelijk en consistent. Mengkleuren kun je eventueel laten ontstaan met twee kleurfolies over elkaar heen. Dat doet ze zelden: ze houdt zich aan dat relatief beperkte palet.

 

Carine Hooykaas: maat-werk

 

 

Kleurfolie komt ‘aan de rol’ – vaak meterslang – en in standaardbreedten. Zelden wordt het kant-en-klaar gebruikt: je knipt of snijdt het op maat, in de vormen die je nodig hebt.
Carine Hooykaas werkt met nauwkeurig rechthoekige vormen. Soms brede banen, dan weer smalle stroken; nu eens horizontaal, maar ook verticaal – zoals hier bij DE RUIT. Soms liggen die kleurvormen strak tegen elkaar, maar vaak laat ze er ruimte tussen – ‘wit’. Daardoor oogt haar werk, ook door zijn abstractie, streng en minimalistisch. Het doet op het eerste gezicht denken aan 20e eeuwse kunstenaars als Josef Albers en Anni Albers-Fleischmann – beiden verbonden aan het Bauhaus; of aan Gerhard Richter (‘kleursystemen’), Barnett Newman (‘Who’s afraid of…’) of, dichter bij huis bijvoorbeeld Peter Struycken (lichtarcade HNI).

 

 

Carine Hooykaas gaat, lijkt het, lichtvoetiger te werk. Compositie 761: geen strakke rasters of grids – haar kleuren, hoe strak ook, dartelen vrolijk naast elkaar. Groter en kleiner, breed of smal. Geen wetmatige, rationele verbanden tussen de diverse kleuren – “ik bepaal dat liever op het oog, vanuit m’n ‘Fingerspitzengefühl’ en ervaring.”

Carine Hooykaas: ervaringen

Ervaring met kleuren-in-de-ruimte, en ideeën daarover, heeft Carine volop. “Glas-in-lood, in gotische kathedralen. Prachtige effecten natuurlijk: kleur stroomt de ruimte binnen, en glijdt over de gewelven en de pijlers. De ramen zelf, de voorstellingen daarop: stukjes gebrandschilderd glas, bij elkaar gehouden door stripjes lood. Eigenlijk jammer: je gaat naar het ‘plaatje’ kijken. En dan die zwarte contourlijntjes – die domineren het beeld, daar houd ik niet zo van…

 


Heel anders de voorgevel van de Dominicuskerk aan het Steiger, die enorme glaswand van stukken gekleurd glas – alleen maar kleur, níet ‘plaatje’. De betonnen voorgevel van het Hofpleintheater:  de spetterende kleuren van Karel Appel, de weerbarstige vormen, het zware maar speelse beton: fantastisch samen!”

“Inspiratiebronnen? James Turrell, de ‘Roden Crater’ in de woestijn van Arizona: een ondergrondse holte met bovenin een opening; je ziet strakblauwe lucht, en zonlicht dat van kleur verandert en over de wanden glijdt.

 

 

David Tremlett beschildert ruïnes en kerkinterieurs: abstracte kleurvlakken, autonoom, ze lijken zich nergens iets van aan te trekken. En Bridget Riley – zij zegt dat kleuren nooit ‘vloeken’! Kortgeleden zag ik werk van Jeroen Erosie: huishoge gevelschilderingen met geschematiseerde vormen in sprekende kleuren…”

Carine Hooykaas: experimenteren

In 2019 vroeg de Vrije School in Dordrecht een kleurige glaswand. In 2018 maakte Carine een soortgelijk project, voor het Rudolf Steiner College aan de Tamboerstraat. Waar ze eerder gewerkt had met glas-in-lood, bleek dat nu te duur. Ze gebruikte helderglas, met daaroverheen ondoorzichtig plakfolie in diverse tinten.

 

 

Tijdens het ‘Feest van de geest’, vorig jaar in Delft, beplakte ze drie plafondhoge glaswanden van het entreeportaal van het Apostolisch Genootschap: forse horizontale banen en stroken translucent folie, op ooghoogte, strak tegen elkaar. Niet ‘beeld’, niet ‘plaatje’. Je komt binnen door tetterende ‘kleuren’: om vrolijk van te worden. Ze reflecteerden op de vloer, onder je voeten. Overhoeks ontstonden allerlei mengkleuren.
Begin dit jaar presenteerde ze bij Pictura in Dordrecht een hangend scherm met smalle verticale kleurstroken over de volle hoogte, een eindje van de wand af – van achteren keek je erdoorheen.

 

Screenshot

Compositie 761 is een volgende stap. Anders dan bij Pictura speelt dit werk met daglicht, net als in Delft. Anders dan daar zijn de kleuren bij DE RUIT niet gefixeerd: ze bewegen en draaien. Dat maakt het uiteindelijke beeld, zowel verticaal achter de glaspui, alsook op de vloer, extra levendig en feestelijk.
Wat wordt de volgende stap? Een ruimtelijk werk?

Rotterdam, 9 mei 2025
© Guus Vreeburg / DE RUIT